Een
latei
is meestal een rechte balk.
Bij een
keperlatei
heeft de bovenkant een kepervorm (en lijkt een toegevoegde driehoek),
terwijl de uiteinden,
de korte zijden gewoon recht zijn. Het stuk steen is dus vijfhoekig.
Een enkele keer is de latei echt driehoekig,
er zijn dan geen rechtopgaande zijkanten meer.
Eigenlijk zou deze vorm 'keperlatei' moeten heten, want de
kepervorm is hier zo duidelijk mogelijk aanwezig;
toch wordt algemeen onder die term de eerst genoemde latei verstaan.
Constructief is de driehoekige latei de beste latei: de driehoek
ontlast het kwetsbare midden van de steen maximaal.
Door de relatief grote oppervlakte lijkt de driehoekige latei op een
timpaan,
maar pas wanneer de driehoek gevat is in een
fronton
mogen we deze term gebruiken.
Tekst: Jean Penders, 12-2005. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders